Rectificatie

Opa Harry

Hoofdstuk 19 van het boek gaat over mijn opa Harry. Als zijn kleinzoon vond ik het bijzonder om in het thema van het boek – leven en dood – dit verhaal te schrijven.

Omdat het een geromantiseerd verhaal is – ik kan natuurlijk niet echt vanuit zijn hoofd hebben gezien wat hij heeft ervaren – heb ik als schrijver gebruik gemaakt van de vrijheid om dit verhaal op te schrijven. Ik heb hierbij o.a. gebruik gemaakt van naslagwerken, memorian van mijn opa en van de verhalen die ik in mijn jeugd over hem heb gehoord. Familie herkent zich echter niet in het beeld wat ik van Harry heb geschetst.

Bij deze wil ik dan absoluut duidelijk maken, mochten lezers dit uit het hoofdstuk hebben opgemaakt, dat Harry nooit zijn dochter heeft misbruikt. Ook heeft hij zijn kind(eren) niet mishandeld. De bewoording dat ‘hij zijn donkerste kanten op zijn dochter had gereflecteerd’ zijn zeker niet op die manier bedoeld en daarmee onjuist en misplaatst.

In de twintig pagina’s staat geen compleet beeld van wie Harry is geweest. Hij was een zorgzame vader, rustig en bescheiden, een hardwerkende man die wilde dat zijn vrouw en kinderen gelukkig en gezond waren.

De rode draad van het hoofdstuk is dat Harry in de oorlog zoveel verschrikkingen heeft meegemaakt en dood heeft gezien, maar uitgerekend op zijn sterfbed het leven vindt. Het verhaal daaromheen is mijn bewoording en interpretatie om het in de lijn van het boek te kunnen vertellen.

Simeon van Dam